Maak kennis met Ambassadeur Natuurinclusief Jannemarie de Jonge

Sinds 1 juni 2024 is Jannemarie de Jonge aangesteld als Ambassadeur Natuurinclusief. Een logische vervolgstap in haar leven, want waar haar benoeming in 2020 tot Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving haar strategische, adviserende en beleidsmatige ervaring heeft verrijkt, geeft haar achtergrond als landschapsarchitect en haar liefde voor natuur de juiste motivatie om mee te bouwen aan een natuurinclusieve samenleving. Haar kijk op het belang van de natuur en haar bijdrage als ambassadeur deelt ze graag met ons.

Wanneer kwam de liefde voor natuur voor jou en hoe heeft dit zich ontwikkeld?

Ik ben opgegroeid aan de rand van een dorp, met boeren én natuur als buren. Ik bouwde hutten, zag kalfjes geboren worden en zat met mijn neus in de modder. Als het lente werd, was ik blij. Het geeft me het gevoel opnieuw geboren te worden. Misschien ook omdat mijn verjaardag in april is.

Op de basisschool ontwikkelde de liefde zich verder. Mijn juf in groep zeven liet ons veel naar buiten gaan, waarin we met grote vrijheid zelf kennis konden verzamelen over de natuur. Ik leerde meer over natuur, waardoor ik er meer van ging houden. Hoe heet dit plantje? En hoe groeit het? Naast de invloed die deze juf en haar manier van lesgeven heeft gehad, raakte ik ook al jong betrokken bij IVN natuureducatie. Dankzij georganiseerde wandelingen leerde ik steeds meer. Op mijn vijftiende besloot ik mee te gaan op een natuurwerkkamp, die ik daarna ook zelf mee ging organiseren. Zo kwam ik veel in contact met biologen en anderen die van de natuur hun werk maakten.

Mijn plan was altijd om net als mijn vader architect te worden. Maar door mijn interesse in duurzaamheid, natuur en landschap suggereerde mijn vader ‘waarom ga je niet eens in Wageningen kijken, in plaats van Delft?’ Dit leidde mij naar de studie landschapsarchitectuur.

Al deze momenten in mijn leven – van de omgeving waarin ik opgroeide, de leerkracht die ons ‘groene’ opdrachten gaf, tot aan mijn ervaringen met IVN – waren schakels die hebben bijgedragen aan mijn keuze voor Wageningen, mijn werk als landschapsarchitect en Rijksadviseur en mijn rol als Ambassadeur Natuurinclusief.

Wat heeft jou de stap van Rijksadviseur naar Ambassadeur Natuurinclusief doen maken?

De vraag ‘draagt deze keuze bij aan een gezonde aarde?’ is een belangrijk criterium voor mij in de keuzes die ik maak. In mijn rol als ambassadeur ben ik zichtbaar en kan ik een toon zetten om bewustwording te creëren. Ik zie regelmatig dat jonge mensen, met een flinke drijfveer, in een professionele omgeving komen en moeite hebben om hun eigen geluid te laten horen. Iets wat ik zelf ook heb ondervonden. Rationele gedachten waarin economische of maatschappelijke beweegredenen tegen je gevoel van wat ‘goed’ is in gingen. Stevig in m’n schoenen staan om een eigen geluid te laten horen heb ik moeten leren.

Vanuit zo’n zichtbare plek in deze beweging, hoop ik anderen steun te geven om zich uit te spreken en (jonge) mensen uit te nodigen om anders naar natuur te kijken. Een manier waarop je beseft dat je als mens niet alleen goed voor de natuur te zorgen hebt, maar er ook onderdeel van bent. We zitten in zo’n verandering van tijdperk, dat deze manier van denken naar mijn mening meer ruimte moet krijgen.

Kan je wat meer vertellen over die verandering van tijdperk?

Het helpt als je met een historisch perspectief kijkt naar de relatie tussen mens en natuur, en hoe deze zich hier in het westen heeft ontwikkeld. Waar eerst de drijfveer lag bij het dreigende verlies van bijzondere natuur, met een accent op natuurbescherming, gaat het nu meer naar een proactieve en regeneratieve benadering. Hoe komen we van een lineaire naar een circulaire economie? Hoe kunnen natuurlijke oplossingen helpen bij waterveiligheid en koele steden? Ik hoop dat het perspectief ‘natuur als bondgenoot en partner’ de komende jaren aan invloed wint. Een hechte band met de natuur ligt aan de basis van zo’n manier van kijken.

We zijn zo vervreemd geraakt van natuurlijke processen, terwijl de natuur om gezondheid draait. Gezondheid voor al dat leeft. Natuur en mens zijn onderdeel van één systeem: leven op aarde. Al het leven is met elkaar verbonden en heeft invloed op elkaar. Wat wij doen, doet ertoe voor al het leven om ons heen. Zorgen wij voor natuur, dan zorgt natuur voor ons.

Als dat veel meer een leidraad kan zijn en mensen zich daar bewuster van worden, dan denk ik dat er een grote verandering in gang wordt gezet.

We hebben uit betrouwbare bron begrepen dat jij op het lijstje van ‘avontuurlijke’ keuzes stond van potentiële ambassadeurs. Waarom zou dat zijn?

Ik denk dat mijn achtergrond als ontwerper hierin een rol heeft gespeeld. De wetenschap kijkt naar hoe de dingen in elkaar steken en analyseert dit. Als ontwerper echter, richt je je op het bedenken van iets nieuws. Het gaat om mogelijkheden ontdekken en het scheppen van condities, het gaat eerder om de problemen van morgen voorkomen dan de problemen van gisteren oplossen. In de rol als ontwerper zit avontuurlijkheid en soms moet je een beetje buiten de lijntjes kleuren.

Collectief Natuurinclusief kent een publiek-private constructie. Hoe denk jij over deze combinatie?

Er kwamen meerdere nieuwe rollen voorbij, voordat ik koos voor Ambassadeur Natuurinclusief. Een belangrijk criterium was dat wat ik ook ging doen, het niet teveel op werk moest lijken. Geen vergadercircuits, bijvoorbeeld, wat in de overheid soms wel het geval kan zijn. De combinatie van publiek en privaat sprak me daarom aan. De publieke kant is nodig want natuur is een publiek goed, maar als ondernemer weet ik ook dat risico’s nemen erbij hoort als je stappen wilt maken. De kracht van de overheid in combinatie met de innoverende kant van private partijen maakt de beweging alleen maar sterker. Neem daar de maatschappelijke organisaties en betrokken burgers bij, en we hebben een diverse mix. En net als in de natuur zorgt diversiteit voor veerkracht.

Waar kijk je het meest naar uit in je nieuwe rol?

Dit is een vraag waar ik me de afgelopen tijd veel mee bezig houd. Ik wil meer grip krijgen op waar de grote hefbomen voor verandering zitten. Dit is ook iets waar ik graag met de domeinen over ga praten: wat zijn die hefbomen? En hoe zorgen we dat we aan de juiste knoppen draaien? Ik kan me voorstellen dat er een hoop winst te behalen valt bij de generatie geboren in de jaren negentig. Intuïtief denk ik dat deze mensen veel drijfveren hebben en daarnaast nog niet de ballast van het defensieve denken ervaren. Een interessante groep die we zouden kunnen steunen. Ik ben op zoek naar een gelaagde strategie. De al aangehaakte groep groene koplopers zijn nodig, maar het zoeken naar groepen met groeipotentie, die we met volle kracht vooruit kunnen helpen, vind ik heel interessant.

Wat denk jij dat nodig is om deze beweging met volle kracht vooruit te helpen?

Het is belangrijk om andere dingen aan te spreken dan angst en verlies. Er is zoveel te winnen! Als je in een fijne groene omgeving leeft, waarin je de smaak van puur eten leert waarderen, dan ervaar je direct wat de natuur te bieden heeft. En als je het vervolgens waardeert, zal je er beter voor zorgen. Natuur is immers de basis van ons bestaan. Ons leven én onze toekomst.

Ik vind het begrip ‘natuurpositief’ dan ook heel mooi. Hierin zit een connotatie van al het positieve wat de natuur brengt. En dat alles wat je bijdraagt aan vitale natuurlijke processen positief is, hoe klein de bijdrage ook is. Maatschappelijke verandering gaat over de optelsom van veel kleine, betekenisvolle stappen. Daar zet ik me met hart en ziel voor in.

Vorige
Vorige

Werkgroepen Natuurinclusief Onderwijs gaan van start

Volgende
Volgende

“Natuur op Recept” krijgt versnelling