De financiële situatie van boeren en de ecologische druk heeft laten zien laten zien dat het huidige landbouwsysteem eindig is, en we gezamenlijk op zoek moeten naar een nieuw perspectief. Met een collectieve inzet zorgen we dat de in 2050 de biodiversiteit en weerbaarheid van de omgeving waarin boeren opereren, aanzienlijk verbeterd en hersteld is. Ook is de Nederlandse water- en luchtkwaliteit uitstekend en de vruchtbaarheid en conditie van de bodem optimaal. Tel dit bij elkaar op, en de belevingswaarde van ons platteland is vergroot en draagt wezenlijk bij aan de brede welvaart.

Natuurinclusief en gezond voedsel moet voor iedereen in 2050 bereikbaar zijn - zowel arm als rijk. De land- en tuinbouwsector kan aan deze impactvolle transitie bijdragen door natuurinclusieve principes toe te passen, treffend bij elke subsector binnen de land- en tuinbouw. Transitiepaden die aansluiten bij de praktijk worden gezamenlijk en op basis van keuze- en ondernemersvrijheid ontwikkeld.

Niet alleen de boeren, maar ook andere stakeholder in en om de landbouwsector hebben we nodig in de transitie naar een natuurinclusief landbouw domein. Veeartsen, loonwerkers, ketenpartners/-partijen, erfbetreders, onderwijs en de brede samenleving met daarin de andere domeinen dienen door intensieve samenwerking bij te dragen aan de brede welvaart en (her)waardering van ons natuur inclusieve land.

Op dit moment is er behoefte aan kennis. Alleen met praktische kennis en bijbehorende voordelen voor boeren, kunnen we de Nederlandse landbouw natuurinclusief maken. Praktische kennis dient te worden ontwikkeld via praktijk platforms en -netwerken in samenwerking met kennisinstellingen, overheden en ketenpartners, en toegankelijk en toepasbaar aangeboden aan alle agrarische ondernemers. Daarbij passen de diverse erfbetreders natuurinclusieve maatregelen en principes toe, en faciliteren boeren om een natuurinclusieve bedrijfsvoering te implementeren.